Ik word nooit meer wie ik was
Ik ben weleens bang dat ik nooit meer dat lieve, leuke tienermeisje zal zijn waar de hele kamer van ging stralen als ze binnenkwam. Ik ben weleens bang dat mijn lach nooit meer zo onbezorgd zal zijn als het ooit was. Ik ben mezelf lang verloren geweest. Het was alsof er een sluier over me heen was gevallen. En ik ben lang bang geweest dat die sluier nog altijd een stukje zicht ontnam. Er is nu eenmaal een stukje in mijn gestorven en geschoven, al die jaren geleden. En dat stukje zal nooit meer aangroeien.